Jan Bontje
Jan Campert is bij de meesten vooral bekend van het gedicht “De achttien dooden“, dat hij schreef naar aanleiding van de moord (executie) op 18 antifascisten: 15 verzetslieden van de Geuzengroep en 3 communistische Februaristakers, op 13 maart 1941.
Met dit gedicht is hij geworden wat hij als verzetsstrijder wilde:
Stem te zijn, en anders niet.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Campert heeft rond de 20 joden naar België helpen ontsnappen. Op 21 juli 1942 werd hij met zijn helper, de Bredase journalist Martien Nijkamp, vlak over de grens bij Baarle-Nassau, gearresteerd toen hij de 21-jarige jood Frans van Raalte naar België probeerde te smokkelen.
Uiteindelijk kwam Campert in november 1942 in het Duitse concentratiekamp (KZ) Neuengamme terecht. Volgens de officiële verklaring in zijn medische dossier is hij op 40-jarige leeftijd aldaar aan borstvliesontsteking overleden. Alsof de gruwelijke mishandeling die hij (en alle andere vermoorde gevangenen) niet door toedoen van die nazimoordenaars om het leven zijn gekomen…
Kunstwerk
60 Jaar na zijn arrestatie, in 2002, werd in Spijkenisse aan de Jan Campertkade een kunstwerk geplaatst ter herinnering aan deze grote zoon van Spijkenisse.
Het gedenkteken werd vervaardigd door de in Suriname geboren beeldhouwster Helen Ferdinand uit Spijkenisse. De enige zoon van Jan Campert, de bekende dichter en schrijver Remco Campert, onthulde het monument.
School
In Spijkenisse is een basisschool naar hem genoemd: de obs Jan Campert.
Gedicht
Het gedicht waar boven naar verwezen wordt, luidt (gedeelte?)
Stem te zijn en anders niet,
maar zo meeslepend te zingen,
dat elk hart het wonder ziet
achter mensen, achter dingen
Jan Campert (1902-1943)
Dit gedicht is eind 2018 (75 jaar na zijn arrestatie door de nazimoordenaars) in zwarte steen gebeiteld en geplaatst langs de Oude Maas in Spijkenisse. Mirjam Salet, die dat jaar aftrad als burgemeester van Nissewaard omdat zij met pensioen ging, heeft dit gedicht in steen geschonken aan de inwoners van Nissewaard (net als een gedicht van Augusta Peaux, dat is geplaatst tegen de muur van het Witte kerkje van Simonshaven)