MUZIEK EN POËZIE bij Asher aan de Schie – Zondagmiddag 4 mei 2014 –
Aanvang 13:30 uur – Vrij entree – Open podium
Het thema is uiteraard: Dodenherdenking – met daaraan gerelateerd aspecten als oorlog, bezetting, verzet, bevrijding, vrijheid, fascisme, nazisme, onderdrukking, racisme, discriminatie…
MUZIEK:
Zanger/gitarist Asher – singer-songwriter Jan Booister
Duo Niec van der Burgh en Niec Saarloos
* POËZIE / PROZA:
Anneke Willemse-Meeder – Nanny Leenman-Akkerman – Paul Mercken – Matthieu van Nispen – Jan Bontje
* Presentatie: Jan Bontje
Rebel, mijn hart, gekerkerd en geknecht,
die aan de tralies van den al-dag rukt;
weest om uw tijdlijk lot geenszins bedrukt,
al zijn de kluisters hard, de muren hecht.
Want in den aanvang werd het u voor-zegd,
dat het aan enkelen steeds is gelukt
het juk te breken, dat hun schouders drukt,
laat dus niet af maar vecht en vecht en vecht.
Breekt uit en blaast de doove sintels aan,
die zijn verdoken onder ’t rookend puin;
vaart stormgelijk over den lagen tuin,
die Holland heet; slaat doodlijk toe en snel,
opdat het kwaad schrikk’lijk zal ondergaan,
o hart, mijn hart, o bloedroode rebel.
*
Dit is een van de verzetsgedichten uit Sonnetten voor Cynara (1942)
De dichter, journalist, schrijver en toneelcriticus Jan Remco Theodoor Campert werd in 1902 in het dorpje Spijkenisse geboren. Hij is bij velen vooral bekend door zijn in 1941 geschreven verzetsgedicht Het lied der achttien dooden.
Toen Campert in 1942 een jood in veiligheid probeerde te brengen naar België, werd hij gearresteerd en gevangengezet in Breda en daarna, via o.a. kamp Amersfoort, gedeporteerd naar een concentratiekamp. Hij overleed kort daarna, op 12 januari 1943, in het concentratiekamp Neuengamme. De bruin- en zwarthemden hadden wederom een goed mens omgebracht…
I.
Mijn lange leven heeft mij een reeks van redenen gegeven om verontwaardigd te zijn. 93 jaar, ben ik. Dit is mijn allerlaatste etappe. Vóór ik over de streep fiets wilde ik u nog wat zeggen. Ik wil u aanraden u te verzetten. Ik wil u aanraden verontwaardigd te worden. Ik wil u aanraden verontwaardigd te worden, en verontwaardigd te blijven. Uw hele leven lang. Net zoals ik.
U bent allemaal opgegroeid in een wereld die gebouwd is op het puin van de oorlog. Opgebouwd door mensen die zo oud zouden zijn als ik – als ze nog hadden geleefd. Wij hebben voor ons land een aantal principes en waarden voorgesteld die de basis moesten vormen voor onze opbouw. Deze principes en waarden hebben we nodig – vandaag meer dan ooit.
Ik ben een van de laatsten, en binnenkort is het voor mij voorbij. Het is aan u om ervoor te zorgen dat onze maatschappij een maatschappij wordt waar u trots op kunt zijn.
Niet deze maatschappij van achterdocht als het gaat om immigranten, niet deze maatschappij van autochtonen en allochtonen, van legalen en illegalen, van uitzettingen en van opgegroeide kinderen die mogen blijven omdat zij per ongeluk teveel verwesterd zijn. Niet deze maatschappij waarin mensenrechten minder belangrijk zijn dan welvaart, omdat alleen dat wat geld oplevert, recht heeft om te bestaan.
Wij, veteranen van de verzetsbewegingen en van de strijdkrachten, roepen de jonge generaties op om de erfenis en de idealen van het verzet tot leven te brengen en ze dóór te geven. Wij zeggen tegen hen: neem onze plaats in, kom in verzet!
II.
Wij zagen een land voor ons, waarin niemand voor zijn broodwinning hoefde te vrezen als hij ziek werd. Waar een vluchteling een veilige haven kan vinden, zonder als misdadiger of opportunist afgeschilderd te worden. Wij zagen een land voor ons, waarin verdienste de maat is voor macht en invloed, en niet bezit. Wij zagen een land voor ons, waarin ieder kind, in elk dorp, in elke stad, in elke wijk, de kans krijgt zijn talenten te ontwikkelen. Een land waarin elke vader en elke moeder, ongeacht hun eigen inkomen, het genoegen en de trots kan beleven, om hun zoon of dochter een diploma van de universiteit in ontvangst te zien nemen.
III.
Waar halen ze het lef vandaan, om te zeggen dat er voor deze elementaire zaken geen geld meer is? Geen geld voor fatsoen, voor waardigheid, voor onderwijs, voor schoonheid of voor natuur? Terwijl de macht van het geld nog nooit zo groot, zo onbeschaamd, (…) is geweest.
Waar halen ze het lef vandaan, om chronisch zieken méé te laten betalen voor huizenbezitters? Hoe bestaan ze het, om de spoorwegen te laten wegrotten en in plaats daarvan ons landschap te bedekken onder steeds meer zwarte stroken asfalt? Hoe halen ze het in hun hoofd om onze economie in handen te laten van dezelfde gokverslaafden, die ons keer op keer met hun piramidespelen bedriegen? Waar halen ze het gore lef vandaan om in onze naam te capituleren voor het materialisme?
Ik raad u aan zich te verzetten. Ik raad u aan u te verontwaardigen.
IV.
Zeker, de ervaring van een hoogbejaarde zoals ik, die geboren ben in 1917, is anders dan de ervaring van de jonge mensen van nu. U heeft niet zulke duidelijke redenen om u in te zetten. Voor ons was in het verzet gaan het niet accepteren van de Duitse bezetting, van de nederlaag. Dat was betrekkelijk eenvoudig.
Het is waar, de redenen om in verzet te komen lijken nu misschien minder duidelijk. De wereld lijkt ingewikkelder. Wie geeft er leiding, wie beslist? Het is niet altijd makkelijk om wijs te worden uit alle stromingen die over ons regeren. Het is een onmetelijke wereld en we leven in een onderling verband zoals dat nooit eerder heeft bestaan.
Het is verleidelijk om, ten overstaan van deze complexiteit, de handen in de lucht te gooien. De slechtst denkbare houding is onverschilligheid, zeggen “ik kan er niets aan doen, ik red me wel”. Als jullie je zo gedragen, verliezen jullie een van de meest wezenlijke eigenschappen waardoor de mensheid zich kenmerkt. Een van de onmisbare eigenschappen: het vermogen om in opstand te komen en het engagement dat daaruit voortvloeit.
V.
Ik wil u een voorbeeld geven waar ik zelf een niet geringe hand in heb gehad: De Universele Verklaring van de Rechten van Mens. U kent dit document als de ultieme morele maatstaf; het enige document waarmee het gedrag van zelfs de machtigste staten wordt beoordeeld. En toch: wat is het meer dan een stuk papier? Er is niemand, geen rechter, geen politie, die de mensenrechten kan afdwingen. Het zijn gewoon maar woorden op papier.
Maar tegelijk beschrijven deze woorden de hoogste aspiratie van de mens; een rechtvaardige wereld voor allen. Dat is de hoop, die in dat document beschreven staat. Dat is de onbeschaamde ambitie die wij uitspraken. Zelfs na vijf jaar massamoord en andere verschrikkingen van oorlog en haat, durfden wij niet alleen te spreken over hoop, maar iets in het leven te roepen dat uit louter hoop bestaat.
VI.
Uw wereld is ingewikkelder dan die van ons was. En het is niet gemakkelijk om in de veelheid van meningen en opinies uw richting te bepalen. Maar wij lieten u een erfenis na. Een kostbaar bouwwerk, waar wij ons hele leven aan gewijd hebben, waar wij onze hoogste aspiraties in hebben verwerkt, en onze diepste overtuigingen. En nu deze erfenis verkaveld en aan de hoogste bieder verkocht wordt, raad ik u aan u te verzetten.
Mijn wereld is het niet meer, het is de uwe, om ermee te doen en laten wat u goed en verstandig lijkt. Maar ik raad u aan u te verzetten. Ik raad u aan u ten diepste te verontwaardigen en weerstand te bieden.
Aan al degenen, mannen en vrouwen, die de 21ste eeuw haar beslag zullen geven, zeggen wij, met gevoelens van genegenheid:
'Scheppen is weerstand bieden.Weerstand bieden is scheppen.'
♦
Deze tekst is een bewerking van het essay Indignez Vous! van Stéphane Hessel (2010), waarbij gebruik is gemaakt van de vertaling door Hannie Vermeer-Pardoen: Neem het niet!, (Uitgeverij van Gennep, 2011).
___________________________________
Deze tekst werd door drie acteurs beurtelings uitgesproken tijdens de manifestatie op het Malieveld in Den Haag na de Mars der Beschaving, tegen de ‘barbaarse’ bezuinigingen op de kunst- en cultuursector, op 27 juni 2011.
P.S. Stéphane Hessel, geboren op 29 oktober 1917 in Berlijn, overleed op 27 februari 2013 in Parijs.