Saïdjah en Adinda


Saïdjah en Adinda

Jullie lijdensweg beroert
nog immer menig mensenhart
Orang kulit putih, ploert,
bracht schrijnend leed en dood en smart

In het Rijk van Insulinde
waar Multatuli jullie bedacht
was recht niet meer te vinden
het volk verdrukt, verkracht

Uiteraard winst!! ook praal en pracht
die naar de Noordzeeroofstaat stroomde
Maar het verzet groeide in kracht
omdat miljoenen van Merdeka droomden

Jullie schepper Eduard Douwes Dekker
was stellig een vrijheidswekker

Jan woordenaar Bontje, 8 augustus 2020

*
Saïdjah en Adinda zijn 2 hoofdpersonen in het 17de hoofdstuk van de ‘Max Havelaar’ van de schrijver Multatuli (Eduard Douwes Dekker, 1820-1887) waarin hij het Nederlandse kolonialisme vlijmscherp veroordeelde [zie bijv. https://www.dbnl.org/tekst/mult001maxh15_01/mult001maxh15_01_0019.php%5D

Orang kulit putih: de blanke man
Merdeka: vrijheid

*

MULTATULI


MULTATULI

Heersers en hun lakeien hebben je bestreden,
want je wou hun onrecht niet accepteren.
Deels door jouw toedoen werd “ons Indië” verleden.
Nóg moeten velen verlies-nemen leren.

Saïdjah en Adinda, uit hun lijden verlost,
zijn nog altijd in mijn gedachten,
want hun ontvoogding heeft veel pijn en moeite gekost.
Jij hebt hun pijn kunnen verzachten.

De toekomst voorspellen is niet gelukt.
Droogstoppels houden krampachtig voorrechten vast
en velen gaan onder armoe gebukt;
ze dragen murw hun onmetelijke last.

We hebben je juist nu zo ontzettend hard nodig;
je hartstocht en schrijfsels: nog niet overbodig…

Jan woordenaar Bontje 29 juli 2020

Gedicht: Prometheus


Prometheus

uit de hemel bevrijdde ik het vuur
dat de wrede goden vervuld van hebzucht
behielden voor zichzelf
ik ben Prometheus: ‘hij die vooruitdenkt’

levend werd ik verbrand in de donkere tijd
‘geloof hoop en liefde’ was hun vals devies
mijn pijnen vulden gans het al
en klinkt nog na in kunst en poëzie

ik prees Spinoza en de Koerbagh broers
toen hun licht scheen op menig donkere plek
(kerk de zwarte pest gods- en bijgeloof)
en het denken zuiverde van kwezelzucht

ik glimlachte toen Voltaire Candide schreef
de Encyclopédie de domheid aanviel
het vrije woord verspreidde en
Europa een bad nam in het licht

ik was verheugd en blij verrast
toen in 1856
De Dageraad werd opgericht die
mijn licht sindsdien verspreidt

in Multatuli gloeide ik
bemoedigde Saïdjah en Adinda
de gordel van smaragd streed
tegen koloniale macht

ik word vervolgd gehoond bespuugd
maar doven zal ik nooit
het vuur dat ik aan Zeus ontstal
is sterker dan de dood de haat de angst

Jan Bontje augustus 2013

Gedicht: boekenlegger


boekenlegger

het is stil
de straat klimt omhoog
en kust de maan
in haar laatste kwartier

luxe boekenlegger
met ijzeren randen
waarop de tijd zich stukbijt

bloedrode rozen
pusvergeelde anjers
vervaagde vergeet-mij-nietjes
kleuren de hemelbedden
blauw
van kou & weeromstuit
staren kaalgeplukte
boomstronken
naar rodeorijdende cowboys
uit Hardinxveld-Giessendam
waar samengevouwde
handen zich
niet om de lokale schietschijf
bekommeren
die meelijwekkervroeg
is opgestaan
om huiswaarts om te keren

stijve harken
die het gras…
(alang alang)
:
het heeft geen zin
(schuift de boekenlegger in de Koffieveilingen)
zegt zij
en rekent af

© Jan Bontje 2013

Multatulihuis Spijkenisse bestaat 25 jaar


 Het Multatulihuis in Spijkenisse bestaat dit jaar (2013) 25 jaar. Dat is een felicitatie waard. Het werd in 1988 opgericht door de toenmalige HSHB (Humanistische Stichting Huisvesting Bejaarden) en kreeg zijn naam uit respect voor de grootste schrijver in het Nederlandse taalgebied ooit: Eduard Douwes Dekker (Amsterdam, 2 maart 1820 – Ingelheim am Rhein, Duitsland, 19 februari 1887)

Eduard Douwes Dekker werkte als bestuursambtenaar in ‘Nederlands’ Indië (het tegenwoordige Indonesië), waar hij de vele wantoestanden zag onder verantwoordelijkheid van het Nederlandse koloniale bewind. Omdat hij deze openlijk aan de kaak stelde werd hij weggewerkt.

Zijn bekendste werk is de over de hele wereld beroemde roman Max Havelaar, waarin hij op basis van zijn eigen ervaringen de mishandeling en uitbuiting van de bevolking door Nederlandse en Nederlands-Indische bestuurders aan de kaak stelde. In dit meesterlijk geschreven boek koos Douwes Dekker het pseudoniem Multatuli, Latijn voor ‘ik heb veel (leed) gedragen’ (= multa tuli).

In 2002 werd de “Max Havelaar, of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappy door Multatuli’ (zoals het boek voluit heet) door de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde uitgeroepen tot het belangrijkste Nederlandstalig letterkundige werk aller tijden. Het geldt als een van de belangrijkste werken uit de canon van de Nederlandse literatuur. Het boek werd in 1976 verfilmd en Jos Brink maakte er een musical van. Het is ook als toneelstuk opgevoerd, o.a. in het oude theater de Stoep in Spijkenisse. Het boek is ook online te lezen of als html bestand te downloaden op www.gutenberg.org. 

Ik heb minimaal 20 boeken van en over Multatuli, waaronder uiteraard een aantal uitgaven van de Max Havelaar, en een stripboek van Suske en Wiske: “De halve Havelaar” (2010).

Mijn opa noemde zich multatuliaan, wat veel oude vrijdenkers deden en soms nog doen. Ik schreef enkele jaren geleden (in 2006 en 2007) een drietal bontjes (haiku) over deze schrijver, vrijdenker en atheïst:

Multatuli
jouw koffieveilingen
leven voort

*

Multatuli
Saïdjah en Adinda
houden van je

*

Multatuli
‘ik heb veel gedragen’
droeg zijn steentje bij

Spijkenisse mag trots zijn op zijn Multatulihuis!