geen sonnet
(zo vrij als noodzakelijkerwijs moest naar Sonnet XVIII
van William Shakespeare)
hoe zou ik je kunnen vergelijken
laat staan verwarren
met een zomerse dag
jij bent zoveel lieflijker
maar vooral: gelijkmatiger van aard
ruwe winden vernielen de tere knoppen op een lentedag
en de zomerse luister is o zo kort van duur
soms schijnt het hemeloog te fel
maar vaker is zijn hel gelaat verbleekt
verliest zijn schelle licht aan kracht
door wolk of onweersbui
en iedere dag opnieuw
door zijn slaafse baan
aan de hemelboog
maar jouw bestendige zomer zal nooit verbleken
noch zul je je schoonheid ooit verliezen
de dood zal jou niet in zijn schaduw trekken
omdat je eeuwig voortleeft in dit gedicht
zolang mensen kunnen ademen
en ogen en harten kunnen zien
zolang blijft het gedicht bestaan
dat jou in leven houdt
Jan Bontje juli 2014